Inloggen

Technische specificaties


Bouwjaar: 1659

Type: ronde stenen stellingkorenmolen gebouwd op een 13e eeuwse stadspoort. Ten behoeve van de bouw van de molen is de stadspoort gedeeltelijk gesloopt. 

Biotoop: zeer goed, de windvang van de molen is optimaal. De belevingswaarde van het complex is groot. Het complex omvat behalve de molen en de stadspoort een pakhuis (nu in gebruik door De Graanschuur), het oude motormaalderijtje en het molenaarshuis. Het centrum van Wijk bij Duurstede is een beschermd stadsgezicht en de molen is hierbinnen gelegen.

 Rijksmonument: ja. Nummer 39683. Redengevende omschrijving: "LEUTER- OF RUNMOLENPOORT. In 1659 werd de Leuterpoort tot runmolen verbouwd. Zware ronde stenen KORENMOLEN."

Eigenaar: Vereniging De Hollandsche Molen

                                                    

Molenaars:  
Vincent Bart, Camiel Damen, Henk Geerts, Louis Maas, Gerben Terpstra

Staart: Hout, de staartbalk is van bilinga. De lange en korte spruit zijn eveneens van bilinga. De lange en korte schoren van lariks. Verder een kruihaspel met 12 spaken.

 Gevlucht: De vlucht is 24,00 m1. In 1997 zijn er gelaste roeden aangebracht van fabr. Naaijer te Oudeschans, nummer 336 en 337. Tussen 1959 en 1997 had de molen roeden van de gebroders B. Pot uit Kinderdijk, zij hadden de nummers 1773 (buitenroe) en 1774 (binnenroe) en waren in 1896 geklonken. Ze waren afkomstig uit de molen De Nijverheid te Erp. Met dit paar roeden functioneerde de molen zeer matig, omdat er te weinig trekkracht werd ontwikkeld.

Tot 1934 waren de roeden van hout. In dat jaar werden nieuwe, geklonken roeden gestoken gemaakt door smederij Fransen te Vierlingsbeek. Deze Fransen-roeden vervangen nadat in 1959 een roebreuk plaatsvond.

De molen van Ruijsdaal was blijkens het schilderij voorzien van de voorloper van het Oud-Hollands gevlucht waarbij de voorzoom nog voorzien was van zeilen i.p.v. windborden. Mogelijk heeft de Rijn en Lek dit systeem bij de bouw ook gekregen. Stroomlijnwieken of andere wiekverbeteringen zijn nooit aanwezig geweest.

As: Gietijzer, fabr. Prins van Oranje 's-Gravenhage, nummer onbekend, jaar 1874. De lengte is 5,93 m, de asgaten zijn 0,45 x 0,39 m en de huizen van de askop zijn 0,92 m lang. De vulstukken zijn vervaardigd uit een oude grenen molenroe.

Kruiwerk: Engels kruiwerk met 32 rollen. Dit Engels kruiwerk is in 1924 aangebracht. Gezien de streekgewoonte had de molen voorheen waarschijnlijk een houten rollenkruiwerk in houten wagens. De molen van Ruijsdael had blijkens het schilderij kuipschijven. Of de Rijn en Lek dit  systeem ooit heeft gehad is niet bekend, maar wel goed mogelijk.

Vang: Gewone Vlaamse vang uit 5  deels wilgen, deels populieren vangblokken met wipstok. Verder is er zowel een pal als een kneppel.

 

Inrichting:

2 sleepluiwerken werkend op 1 luitafel. De luiwielen vallen boven op de luitafel. Het luiwerk wordt uitgeschakeld door het stuurtouw in een sleuf in de vloer boven het spoorwiel te duwen. Het luiwerk aan de noordoostzijde diende voor het ophijsen van zakgoed vanuit het pakhuis. De luiluiken zijn nog aanwezig maar de doorgang vanuit het pakhuis is dichtgemaakt. Het luiwerk aan de zuidzijde is nog functioneel. Vanuit de stadspoort wordt hiermee het zakgoed opgehesen. Vanaf de luias wordt het luitouw via twee rollen geleid. Verder is er recent een afschietwerk gemaakt op de luizolder en is een handluiwerk op de eerste zolder. In dit luiwerk is het oude gaffelwiel hergebruikt.

1 koppel 17der kunststenen, fabr. Rijer Rutgers?, gelegen aan de noordoostzijde. Dit koppel is in de jaren '80 nog als tarwesteen gebruikt, doch is qua samenstelling (kwarts en amaril) een zuivere voersteen. De kuip is authentiek en vermoedelijk van begin 20e eeuwse makelij. De meelpijp en maalbak dateren uit dezelfde periode. Het lichtwerk is enkelvoudig uitgevoerd met een pasbalk en een op de steenzolder aanwezige onder 45º hierop staande lichtboom.

1 koppel 16der stenen uit zoetwaterkwarts, fabr. Von Hees te Geldern (Duitsland). Dit koppel is in 1988 aangebracht en wordt gebruikt als tarwesteen. De kuip is in 2005 vervangen. De meelpijp die van origine begin 20e eeuws was, moest helaas om hygiënische redenen in 2009 worden vervangen. De linkerflank is gespaard, omdat deze is voorzien van interessante aantekeningen met de onderhoudshistorie sinds de jaren '60. De maalbak is nog origineel. Het lichtwerk is enkelvoudig uitgevoerd met een pasbalk en een op de steenzolder aanwezige onder 45º hierop staande lichtboom.

Beide koppels delen een steenkraan en zijn beiden voorzien van Engelse rijnen en gietijzeren steenbussen.

Op de maalzolder staat een borstelbuil uit 2011, gemaakt door molenmaker Straver te Almkerk.

Aswiel, 74 kammen, steek 129,5 mm. Het aswiel heeft geen achtervelg.

Bovenrondsel, 35 staven, steek 129,5 mm 

Spoorwiel, 94 kammen, steek 81,2 mm

Steenrondsels, 28 kammen, steek 81,2 mm

Overbrenging: 1:7,1

De koning is vervaardigd uit eiken en is in 1944 gestoken door scheepswerf Van de Hurk die tegenover de molen was gevestigd, nadat de oude gebroken was.  Door de oorlogsomstandigheden zijn deze werkzaamheden niet door een molenmaker uitgevoerd. De stam is afkomstig uit "het Bos", zoals het park van Zocher rondom kasteel Duurstede in de Wijkse volksmond heet.